Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kapseizen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kapseizen (Nederlands) in het Duits

kapseizen:

kapseizen werkwoord (kapseis, kapseist, kapseisde, kapseisden, gekapseisd)

  1. kapseizen
    kentern; umschlagen
    • kentern werkwoord (kentere, kenterst, kentert, kenterte, kentertet, gekentert)
    • umschlagen werkwoord (schlage um, schlägst um, sclägt um, schlug um, schugt um, umgeschlagen)

Conjugations for kapseizen:

o.t.t.
  1. kapseis
  2. kapseist
  3. kapseist
  4. kapseizen
  5. kapseizen
  6. kapseizen
o.v.t.
  1. kapseisde
  2. kapseisde
  3. kapseisde
  4. kapseisden
  5. kapseisden
  6. kapseisden
v.t.t.
  1. ben gekapseisd
  2. bent gekapseisd
  3. is gekapseisd
  4. zijn gekapseisd
  5. zijn gekapseisd
  6. zijn gekapseisd
v.v.t.
  1. was gekapseisd
  2. was gekapseisd
  3. was gekapseisd
  4. waren gekapseisd
  5. waren gekapseisd
  6. waren gekapseisd
o.t.t.t.
  1. zal kapseizen
  2. zult kapseizen
  3. zal kapseizen
  4. zullen kapseizen
  5. zullen kapseizen
  6. zullen kapseizen
o.v.t.t.
  1. zou kapseizen
  2. zou kapseizen
  3. zou kapseizen
  4. zouden kapseizen
  5. zouden kapseizen
  6. zouden kapseizen
diversen
  1. kapseis!
  2. kapseist!
  3. gekapseisd
  4. kapseizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kapseizen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kapseizen
    Kentern
    • Kentern [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kapseizen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kentern kapseizen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kentern kapseizen dompen; kantelen; kenteren; kiepen; om het lijf slaan; omkantelen; omklappen; omslaan; omver kiepen; over een kant vallen
umschlagen kapseizen bomen kappen; hakken; houwen; iemand neerslaan; kappen; neerslaan; om het lijf slaan; ombladeren; omhakken; omkeren; omklappen; omslaan; omverslaan; onderuithalen; plotseling veranderen; vellen; vloeren

Wiktionary: kapseizen

kapseizen
verb
  1. ondersteboven komen liggen
kapseizen
verb
  1. Nautik: (von Wasserfahrzeugen) sich zur Seite neigen und auf der einen Seite oder kieloben liegen bleiben

Cross Translation:
FromToVia
kapseizen kentern capsize — (intransitive) to overturn
kapseizen kentern keel over — of a vessel: to roll so far on its side that it cannot recover
kapseizen umwirft overturn — to turn over, capsize