Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. belangeloosheid:
  2. belangeloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor belangeloosheid (Nederlands) in het Engels

belangeloosheid:

belangeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de belangeloosheid (onzelfzuchtigheid)
    the altruism; the unselfishness
  2. de belangeloosheid (vrijwilligheid)
    the voluntary

Vertaal Matrix voor belangeloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
altruism belangeloosheid; onzelfzuchtigheid
unselfishness belangeloosheid; onzelfzuchtigheid onbaatzuchtigheid
voluntary belangeloosheid; vrijwilligheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluntary natuurlijk!; vanzelf!

Verwante woorden van "belangeloosheid":


belangeloos:

belangeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. belangeloos (onbaatzuchtig)
    selfless; unselfish

Vertaal Matrix voor belangeloos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
selfless belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onzelfzuchtig
unselfish belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onzelfzuchtig

Verwante woorden van "belangeloos":


Wiktionary: belangeloos

belangeloos
adjective
  1. zonder geldelijke belangen
  2. uit liefdadigheid