Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vrijwilligheid:
  2. vrijwillig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vrijwilligheid (Nederlands) in het Engels

vrijwilligheid:

vrijwilligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vrijwilligheid (belangeloosheid)
    the voluntary

Vertaal Matrix voor vrijwilligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluntary belangeloosheid; vrijwilligheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluntary natuurlijk!; vanzelf!

Verwante woorden van "vrijwilligheid":


vrijwilligheid vorm van vrijwillig:

vrijwillig bijvoeglijk naamwoord

  1. vrijwillig (spontaan; uit vrije wil; onverplicht)

Vertaal Matrix voor vrijwillig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluntarily onverplicht; spontaan; uit vrije wil; vrijwillig natuurlijk!; vanzelf!

Verwante woorden van "vrijwillig":


Wiktionary: vrijwillig

vrijwillig
adjective
  1. niet gedwongen
vrijwillig
adverb
  1. in a voluntary manner
adjective
  1. done, given, or acting of one's own free will

Cross Translation:
FromToVia
vrijwillig voluntary; honorary ehrenamtlich — etwas unentgeltlich als Ehrenamt ausübend
vrijwillig volunteer bénévole — Qui fait volontairement, de bon gré, un travail non rémunéré.
vrijwillig voluntary; willful volontaire — Qui se fait sans contrainte, de pure volonté.