Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. belangeloosheid:
  2. belangeloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor belangeloosheid (Nederlands) in het Frans

belangeloosheid:

belangeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de belangeloosheid (onzelfzuchtigheid)
    la générosité; le désintéressement
  2. de belangeloosheid (vrijwilligheid)
    le volontariat; le bénévolat

Vertaal Matrix voor belangeloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénévolat belangeloosheid; vrijwilligheid vrijwilligerswerk
désintéressement belangeloosheid; onzelfzuchtigheid onbaatzuchtigheid
générosité belangeloosheid; onzelfzuchtigheid clementie; compassie; edelmoedigheid; generositeit; goedertierenheid; goedgeefsheid; goedheid; goedmoedigheid; grootmoedigheid; gulheid; mildheid; onbaatzuchtigheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; toegevendheid; vrijgevigheid; welwillendheid
volontariat belangeloosheid; vrijwilligheid

Verwante woorden van "belangeloosheid":


belangeloos:

belangeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. belangeloos (onbaatzuchtig)
    bénévole; généreux; désintéressé

Vertaal Matrix voor belangeloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénévole vrijwilligster
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénévole belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onverplicht; onzelfzuchtig; spontaan; uit vrije wil; vrijwillig
désintéressé belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onzelfzuchtig
généreux belangeloos; onbaatzuchtig edel; edelmoedig; genereus; goedgeefs; grootmoedig; groots; gul; mild; niet egoïstisch; nobel; onzelfzuchtig; royaal; ruimhartig; scheutig; tolerant; vrijgevig

Verwante woorden van "belangeloos":


Wiktionary: belangeloos

belangeloos
adjective
  1. zonder geldelijke belangen
  2. uit liefdadigheid