Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onhebbelijkheid (Nederlands) in het Engels
onhebbelijkheid:
-
de onhebbelijkheid
Vertaal Matrix voor onhebbelijkheid:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| rudeness | onhebbelijkheid | botheid; brutaliteit; grofheid; impertinentie; lompheid; onbehoorlijkheid; onbeleefdheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschofte uitlating; onbeschoftheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onhoffelijkheid; onwellevendheid; vrijpostigheid |
| unmannerliness | onhebbelijkheid | onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid |
Verwante woorden van "onhebbelijkheid":
onhebbelijk:
-
onhebbelijk (onvriendelijk; onverdraagzaam; onaardig; onhartelijk; onwelwillend)
unfriendly; unpleasant; impolite; unkind; uncivil-
unfriendly bijvoeglijk naamwoord
-
unpleasant bijvoeglijk naamwoord
-
impolite bijvoeglijk naamwoord
-
unkind bijvoeglijk naamwoord
-
uncivil bijvoeglijk naamwoord
-
-
onhebbelijk (onvriendelijk)
Vertaal Matrix voor onhebbelijk:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| impolite | onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend | boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk |
| uncivil | onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend | |
| unfriendly | onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend | |
| unkind | onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend | |
| unpleasant | onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend | hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; onwennig; storend |