Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onwellevendheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onwellevendheid (Nederlands) in het Engels

onwellevendheid:

onwellevendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onwellevendheid
    the rudeness; the boorishness; the impoliteness

Vertaal Matrix voor onwellevendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boorishness onwellevendheid boersheid; onhoffelijkheid
impoliteness onwellevendheid grofheid; onbeleefdheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating
rudeness onwellevendheid botheid; brutaliteit; grofheid; impertinentie; lompheid; onbehoorlijkheid; onbeleefdheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschofte uitlating; onbeschoftheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onhebbelijkheid; onhoffelijkheid; vrijpostigheid

Verwante woorden van "onwellevendheid":

  • onwellevendheden