Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afwennen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwennen (Nederlands) in het Spaans

afwennen:

afwennen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afwennen (afleren; ontwennen)
    el deshabituarse de

Vertaal Matrix voor afwennen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deshabituarse de afleren; afwennen; ontwennen