Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afwennen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwennen (Nederlands) in het Zweeds

afwennen:

afwennen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afwennen (afleren; ontwennen)
    avvänjning

Vertaal Matrix voor afwennen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avvänjning afleren; afwennen; ontwennen