Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gekarteld:
  2. kartelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gekarteld (Nederlands) in het Spaans

gekarteld:

gekarteld bijvoeglijk naamwoord

  1. gekarteld (getand)
    dentellado

Vertaal Matrix voor gekarteld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dentellado gekarteld; getand getand; gezaagd; kartelig; tanden hebbend; zaagvormig

gekarteld vorm van kartelen:

kartelen werkwoord (kartel, kartelt, kartelde, kartelden, gekarteld)

  1. kartelen (kartels krijgen)
    picar; hacer muescas en; dentellar; escoplear

Conjugations for kartelen:

o.t.t.
  1. kartel
  2. kartelt
  3. kartelt
  4. kartelen
  5. kartelen
  6. kartelen
o.v.t.
  1. kartelde
  2. kartelde
  3. kartelde
  4. kartelden
  5. kartelden
  6. kartelden
v.t.t.
  1. heb gekarteld
  2. hebt gekarteld
  3. heeft gekarteld
  4. hebben gekarteld
  5. hebben gekarteld
  6. hebben gekarteld
v.v.t.
  1. had gekarteld
  2. had gekarteld
  3. had gekarteld
  4. hadden gekarteld
  5. hadden gekarteld
  6. hadden gekarteld
o.t.t.t.
  1. zal kartelen
  2. zult kartelen
  3. zal kartelen
  4. zullen kartelen
  5. zullen kartelen
  6. zullen kartelen
o.v.t.t.
  1. zou kartelen
  2. zou kartelen
  3. zou kartelen
  4. zouden kartelen
  5. zouden kartelen
  6. zouden kartelen
en verder
  1. is gekarteld
  2. zijn gekarteld
diversen
  1. kartel!
  2. kartelt!
  3. gekarteld
  4. kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kartelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
picar happen in; toehappen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dentellar kartelen; kartels krijgen bibberen; klappertanden; klepperen; kleumen; koulijden
escoplear kartelen; kartels krijgen
hacer muescas en kartelen; kartels krijgen inscherpen
picar kartelen; kartels krijgen aanbijten; aanleiding geven tot; aanvreten; afbedelen; afbikken; afsnijden; bikken; bomen kappen; doorsteken; een inkeping maken; erdoor steken; eten; hakken; houwen; inbijten; inetsen; inkepen; inkerven; invreten; kappen; kepen; kerven; kietelen; kittelen; kriebelen; naar binnen werken; omhakken; ophitsen; prikken; provoceren; snijden; steken; steken geven; uitdagen; uitlokken; vellen; wegbikken

Verwante woorden van "kartelen":