Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. geslaagd:
  2. slagen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geslaagd (Nederlands) in het Spaans

geslaagd:

geslaagd bijvoeglijk naamwoord

  1. geslaagd (succesvol)
    con buenos resultados; aprobado; exitoso; logrado

Vertaal Matrix voor geslaagd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exitoso succes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aprobado geslaagd; succesvol aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
con buenos resultados geslaagd; succesvol
exitoso geslaagd; succesvol
logrado geslaagd; succesvol

Wiktionary: geslaagd


Cross Translation:
FromToVia
geslaagd exitoso; triunfador successful — resulting in success

slagen:

slagen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het slagen (lukken; gelukken)
    el logro; el éxito
    • logro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • éxito [el ~] zelfstandig naamwoord

slagen werkwoord (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

  1. slagen (succes hebben)

Conjugations for slagen:

o.t.t.
  1. slaag
  2. slaagt
  3. slaagt
  4. slagen
  5. slagen
  6. slagen
o.v.t.
  1. slaagde
  2. slaagde
  3. slaagde
  4. slaagden
  5. slaagden
  6. slaagden
v.t.t.
  1. ben geslaagd
  2. bent geslaagd
  3. is geslaagd
  4. zijn geslaagd
  5. zijn geslaagd
  6. zijn geslaagd
v.v.t.
  1. was geslaagd
  2. was geslaagd
  3. was geslaagd
  4. waren geslaagd
  5. waren geslaagd
  6. waren geslaagd
o.t.t.t.
  1. zal slagen
  2. zult slagen
  3. zal slagen
  4. zullen slagen
  5. zullen slagen
  6. zullen slagen
o.v.t.t.
  1. zou slagen
  2. zou slagen
  3. zou slagen
  4. zouden slagen
  5. zouden slagen
  6. zouden slagen
diversen
  1. slaag!
  2. slaagt!
  3. geslaagd
  4. slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
logro gelukken; lukken; slagen verworvenheid
éxito gelukken; lukken; slagen arbeidsprestatie; bestseller; deur; heil; hit; huisdeur; kasstuk; klapper; kraker; mazzel; meevaller; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn; werkprestatie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salir bien slagen; succes hebben slagen voor
tener éxito slagen; succes hebben slagen voor

Verwante woorden van "slagen":


Antoniemen van "slagen":


Verwante definities voor "slagen":

  1. goed lukken1
    • ik hoop maar dat het feest slaagt1
  2. het examen halen1
    • hij is geslaagd voor de havo1
  3. het met succes doen1
    • zij slaagde erin directeur te worden1

Wiktionary: slagen

slagen
verb
  1. iets bereiken

Cross Translation:
FromToVia
slagen lograr schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
slagen pasar pass — go through any inspection or test successfully
slagen llegar; conseguir; ocurrir; tener éxito; acertar; lograr; acontecer arriverparvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.
slagen llegar parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
slagen acertar; lograr réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue.