Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal knaapje

Vertaal knaapje van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

knaapje:
- gancho de ropa; percha
knaap:
- mastodonte; armatoste; mamotreto; golpe; pez enorme; cosa enorme
Wiktionary:
- knaap → chico, muchacho, mozo
- knaap → varón, paje, chico, muchacho, mozo, joven, rapaz

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knaapje (Nederlands) in het Spaans

knaapje:

knaapje [het ~] zelfstandig naamwoord

het knaapje (klerenhanger; hanger)
el gancho de ropa
- gancho de ropa [el ~] zelfstandig naamwoord
het knaapje (kleerhanger)
la percha
- percha [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knaapje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gancho de ropa	hanger; klerenhanger; knaapje
percha	kleerhanger; knaapje	haak; kapstok; kledingstandaard; ophanghaak; tekenhaak
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
percha		baars

Verwante woorden van "knaapje":

knaapjes, knaap

knaap:

knaap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de knaap (joekel; gevaarte; kanjer; loei; knoert; kokker; kokkerd)
el mastodonte; el armatoste; el mamotreto; el golpe; el pez enorme; la cosa enorme
- mastodonte [el ~] zelfstandig naamwoord
- armatoste [el ~] zelfstandig naamwoord
- mamotreto [el ~] zelfstandig naamwoord
- golpe [el ~] zelfstandig naamwoord
- pez enorme [el ~] zelfstandig naamwoord
- cosa enorme [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knaap:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armatoste	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei	bakbeest; gevaarte; incident; kolos; onding; zaakje
cosa enorme	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei	gigant; joekel; reus; titaan
golpe	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei	bonk; bonkend geluid; bons; dreun; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; jens; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knak; knal; knik; kwak; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schar; schok; schokkende beweging; slag; smak; stoot; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag
mamotreto	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei	bakbeest; gevaarte; kolos
mastodonte	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei	mastodont
pez enorme	gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei

Verwante woorden van "knaap":

knapen, knaapje

Wiktionary: knaap

knaap

noun

jongen, jongeman
- knaap → chico; muchacho; mozo

Cross Translation:

From	To	Via
• knaap	→ varón	↔ boy — young male
• knaap	→ paje	↔ knave — archaic: boy; especially, boy servant
• knaap	→ chico	↔ Bub — männliches Kind
• knaap	→ muchacho	↔ Bube — männliches Kind
• knaap	→ muchacho; chico; mozo; joven	↔ Junge — männliches Kind
• knaap	→ chico; rapaz	↔ Knabe — gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts