Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spanten:
  2. spant:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spanten (Nederlands) in het Spaans

spanten:

spanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spanten (dakbinten; dakspanten)
    la vigas; la cabriadas; el cabrios
    • vigas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cabriadas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cabrios [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spanten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabriadas dakbinten; dakspanten; spanten
cabrios dakbinten; dakspanten; spanten balken; binten; dwarsbalken
vigas dakbinten; dakspanten; spanten balken; binten; dwarsbalken

Verwante woorden van "spanten":


spanten vorm van spant:

spant [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spant (dakspant)
    el par de techo; la alfarda

Vertaal Matrix voor spant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alfarda dakspant; spant
par de techo dakspant; spant

Verwante woorden van "spant":