Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spanten:
  2. spant:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spanten (Nederlands) in het Zweeds

spanten:

spanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spanten (dakbinten; dakspanten)
    bjälkar; takbjälkar

Vertaal Matrix voor spanten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bjälkar dakbinten; dakspanten; spanten grendels
takbjälkar dakbinten; dakspanten; spanten

Verwante woorden van "spanten":


spant:

spant [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spant (dakspant)
    tvärbjälke

Vertaal Matrix voor spant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvärbjälke dakspant; spant dwarsbalk

Verwante woorden van "spant":