Bank in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

bank:
- banquette; banc; banque; banque commerciale; canapé; maison de banque
Wiktionary:
- bank → banque, établi
- bank → banque, banc, banque d'épargne

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bank (Nederlands) in het Frans

de bank (zitbank; canapé)
la banquette; le banc
- banquette [la ~] zelfstandig naamwoord
- banc [le ~] zelfstandig naamwoord
de bank (handelsbank)
la banque; la banque commerciale
- banque [la ~] zelfstandig naamwoord
- banque commerciale [la ~] zelfstandig naamwoord
de bank (zitbank; zitplaats)
la banquette; le banc; le canapé
- banquette [la ~] zelfstandig naamwoord
- banc [le ~] zelfstandig naamwoord
- canapé [le ~] zelfstandig naamwoord
de bank (bankgebouw)
la banque; la maison de banque
- banque [la ~] zelfstandig naamwoord
- maison de banque [la ~] zelfstandig naamwoord
de bank
la banque
- banque [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banc	bank; canapé; zitbank; zitplaats
banque	bank; bankgebouw; handelsbank
banque commerciale	bank; handelsbank	handelsbank
banquette	bank; canapé; zitbank; zitplaats
canapé	bank; zitbank; zitplaats	bedbank; canapé; divan; ligbank; rustbank; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; sofa
maison de banque	bank; bankgebouw

bank

noun

commerce qui consiste à recevoir des capitaux en compte courant avec ou sans intérêt ; à échanger des effets ou à les escompter avec des espèces, à des taux et moyennant des commissions variables ; à exécuter pour le compte de tiers toutes opérations
- banque → bank
Table destinée au travail de certains métiers manuels
- établi → bank; bok; ezel; stellage; rek; schraag; stander; werkbank

Cross Translation:

From	To	Via
• bank	→ banque	↔ bank — institution
• bank	→ banque	↔ bank — branch office of such an institution
• bank	→ banc	↔ bench — long seat
• bank	→ banque d'épargne	↔ thrift — savings bank