Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. rechttrekken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rechttrekken (Nederlands) in het Frans

rechttrekken:

rechttrekken werkwoord (trek recht, trekt recht, trok recht, trokken recht, rechtgetrokken)

  1. rechttrekken
    rectifier; corriger; remettre droit
    • rectifier werkwoord (rectifie, rectifies, rectifions, rectifiez, )
    • corriger werkwoord (corrige, corriges, corrigeons, corrigez, )
    • remettre droit werkwoord

Conjugations for rechttrekken:

o.t.t.
  1. trek recht
  2. trekt recht
  3. trekt recht
  4. trekken recht
  5. trekken recht
  6. trekken recht
o.v.t.
  1. trok recht
  2. trok recht
  3. trok recht
  4. trokken recht
  5. trokken recht
  6. trokken recht
v.t.t.
  1. heb rechtgetrokken
  2. hebt rechtgetrokken
  3. heeft rechtgetrokken
  4. hebben rechtgetrokken
  5. hebben rechtgetrokken
  6. hebben rechtgetrokken
v.v.t.
  1. had rechtgetrokken
  2. had rechtgetrokken
  3. had rechtgetrokken
  4. hadden rechtgetrokken
  5. hadden rechtgetrokken
  6. hadden rechtgetrokken
o.t.t.t.
  1. zal rechttrekken
  2. zult rechttrekken
  3. zal rechttrekken
  4. zullen rechttrekken
  5. zullen rechttrekken
  6. zullen rechttrekken
o.v.t.t.
  1. zou rechttrekken
  2. zou rechttrekken
  3. zou rechttrekken
  4. zouden rechttrekken
  5. zouden rechttrekken
  6. zouden rechttrekken
en verder
  1. ben rechtgetrokken
  2. bent rechtgetrokken
  3. is rechtgetrokken
  4. zijn rechtgetrokken
  5. zijn rechtgetrokken
  6. zijn rechtgetrokken
diversen
  1. trek recht!
  2. trekt recht!
  3. rechtgetrokken
  4. rechttrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rechttrekken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corriger rechttrekken bijsturen; compenseren; controleren; corrigeren; fatsoeneren; goedmaken; nagaan; nakijken; rechtzetten; rectificeren; verbeteren; vergoeden
rectifier rechttrekken corrigeren; rechtzetten; rectificeren; verbeteren; wijzigen
remettre droit rechttrekken ding rechtzetten; recht maken