Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor uittarten in het Nederlands
uittarten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uit: weg; vanaf deze plaats; over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; van; vanuit; vanaf nu
- tarten: kwellen; koeioneren; narren; pesten; uitdagen; plagen; zieken; treiteren; tarten; stangen; tergen; sarren; jennen
- uiten: uiten; uitdrukken; verwoorden; vertolken; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; spuien