Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bekken in het Nederlands

bekken:

bekken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bekken
    het bassin; het waterbekken; het bekken
    • bassin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waterbekken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bekken [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het bekken
    het bekken; het heupgewricht
  3. het bekken
    – gedeelte van je lichaam tussen je heupen 1
    het bekken
    – gedeelte van je lichaam tussen je heupen 1
    • bekken [het ~] zelfstandig naamwoord
      • haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren1

bekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bekken
    de muilen; de bekken
    • muilen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. de bekken
    meervoud van bek; de bekken

Verwante woorden van "bekken":

  • bekkens, bekkentje, bekkentjes, bek

Verwante definities voor "bekken":

  1. gedeelte van je lichaam tussen je heupen1
    • haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren1

bekken vorm van bek:

bek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bek
    de bek; de smoel; de muil; de waffel; het smoelwerk
    • bek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • muil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "bek":