Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor haantje in het Nederlands

haantje:

haantje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het haantje
    de macho; het haantje
    • macho [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haantje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het haantje
    het haantje; kleine haan
  3. het haantje
    de branieschopper; het haantje
  4. het haantje
    jong mannelijk hoen; het haantje
  5. het haantje
    de vechter; het haantje; de kemphaan; de ruziezoeker; de ruziemaker; twistzoeker; twiststoker

Verwante woorden van "haantje":


haantje vorm van haan:

haan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haan
    de haan; trekker van vuurwapen
  2. de haan
    de haan; mannelijk hoen

Verwante woorden van "haan":


Verwante synoniemen voor haantje