Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. donzen:
  2. dons:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor donzen (Nederlands) in het Zweeds

donzen:

donzen bijvoeglijk naamwoord

  1. donzen
    mjukt; böljande; dunig; dunigt; mjukt kuperat

Vertaal Matrix voor donzen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böljande donzen gegolfd; golvend
dunig donzen donszacht; donzig
dunigt donzen donszacht; donzig
mjukt donzen buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; murw; plooibaar; rimpelloos; soepel; vouwbaar; zacht; zacht aanvoelend
mjukt kuperat donzen

Verwante woorden van "donzen":


dons:

dons [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dons (nesthaar)
    fjun
    • fjun [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjun dons; nesthaar heisa; kapok; toestand

Verwante woorden van "dons":


Wiktionary: dons

dons
noun
  1. fijne veren die onder de taaiere buitenveren zitten, vaak gebruikt als vulstof

Cross Translation:
FromToVia
dons dun down — soft, immature feathers
dons dun duvet — Sorte de plume courte, molle et frisée, qui pousser la premier sur le corps des oiseaux et est particulièrement fournie chez les cygnes et les oies.

Verwante vertalingen van donzen