Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. korrels:
  2. korrel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor korrels (Nederlands) in het Zweeds

korrels:

korrels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de korrels
    spannmål; säder

Vertaal Matrix voor korrels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spannmål korrels graangewas
säder korrels

Verwante woorden van "korrels":


korrel:

korrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de korrel (grein; korreltje)
    korn; frö; sädeskorn; sädesfrö

Vertaal Matrix voor korrel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frö grein; korrel; korreltje zaaigoed
korn grein; korrel; korreltje gepelde gerst; gerst; gort; graan; grutten; mout; zaadje; zaadkorrel
sädesfrö grein; korrel; korreltje
sädeskorn grein; korrel; korreltje graankorrel; korreltjes

Verwante woorden van "korrel":


Wiktionary: korrel


Cross Translation:
FromToVia
korrel pärla bead — pierced small round object
korrel korn grain — single particle of a substance
korrel korn grainfruit et semence des céréales contenu dans l’épi ; des légumineuses.
korrel frö; korn graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
korrel korn pépinsemence qui se trouver à l'intérieur de certains fruits.

Verwante vertalingen van korrels