Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tractoren:
  2. tractor:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tractoren (Nederlands) in het Zweeds

tractoren:

tractoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tractoren (trekkers)
    traktor
    • traktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tractoren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traktor tractoren; trekkers tractor; trekker

Verwante woorden van "tractoren":


tractor:

tractor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tractor (trekker)
    traktor
    • traktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tractor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traktor tractor; trekker tractoren; trekkers

Verwante woorden van "tractor":


Synoniemen voor "tractor":


Verwante definities voor "tractor":

  1. voertuig met grote achterwielen dat iets kan trekken1
    • een tractor sleepte de auto uit de modder1

Wiktionary: tractor

tractor
noun
  1. motorvoertuig

Cross Translation:
FromToVia
tractor traktor tractor — farm vehicle