Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitsparing:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitsparing (Nederlands) in het Zweeds

uitsparing:

uitsparing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitsparing (inkeping; kloof; reet; )
    hål; urringning; vrå; skreva; hålighet; klyvning; springe
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • urringning [-en] zelfstandig naamwoord
    • vrå [-en] zelfstandig naamwoord
    • skreva [-en] zelfstandig naamwoord
    • hålighet [-en] zelfstandig naamwoord
    • klyvning [-en] zelfstandig naamwoord
    • springe zelfstandig naamwoord
  2. de uitsparing (tussenruimte; kloof; spleet; opening)
    springa; spricka; skreva; vrå
    • springa [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spricka [-en] zelfstandig naamwoord
    • skreva [-en] zelfstandig naamwoord
    • vrå [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitsparing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hål barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing compartiment; coupé; gaatje; gat; groeve; kuil; lek; lekken; mijn; mijngroeve; tanding; uitholling; waterlek
hålighet barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing gewrichtsholte; gewrichtskom; hol; holheid; holle ruimte; kom; kuil; leegheid; uitholling; voosheid
klyvning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing
skreva barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing ravijn
spricka kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing barst; breuk; coryfee; crack; gebrek; geweldenaar; kei; kiertje; krak; manco; rotsspleet; ruptuur; scheur; scheuring; zwakheid
springa kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing gleuf; kier; kiertje; opening; sleuf
springe barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
urringning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing decolleté
vrå barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing hoek; hoekje; holte; nis; schuilhoekje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spricka aan stukken springen; een krakend geluid maken; klieven; kloven; kraken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten
springa draven; hard rennen; hardlopen; hollen; pezen; rennen; sjezen; snel gaan; sprinten