Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zegens:
  2. zegen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zegens (Nederlands) in het Zweeds

zegens:

zegens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zegens
    välsignelser

Vertaal Matrix voor zegens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
välsignelser zegens heilwensen; zegenwensen

Verwante woorden van "zegens":


zegens vorm van zegen:

zegen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zegen (voorspoed; zegening; zaligheid; )
    välsignelse

Vertaal Matrix voor zegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
välsignelse gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening gelukzaligheid; heerlijkheid; heildronk; toost

Verwante woorden van "zegen":


Wiktionary: zegen


Cross Translation:
FromToVia
zegen förmån; välsignelse boon — A blessing or benefit
zegen not seine — fishing net