Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- gebildet:
-
bilden:
- hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; fabricar; desarrollar; concebir; armar; reparar; convertirse en; trazar; remendar; constituir; amasar; macerar; masajear; dar forma; dar masajes; modelar; ejercer; ejercitarse; prepararse para; cambiar; modificar; transformar; alterar; reformar; convertir; desplegar; cambiar por; variar; desarrollarse; elaborar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; instruir; apostar; confeccionar; consumir; comerse; apostarse; explotar; cultivar; educar; roturar; seguir desarrollando; realizar; hacer realidad; ejercitar; adiestrar
-
Wiktionary:
- gebildet → culto
- gebildet → alfabeto, letrado, alfabetizado, académico
- bilden → formar, conformar, configurar, educar
Duits
Uitgebreide vertaling voor gebildet (Duits) in het Spaans
gebildet:
-
gebildet (gelehrt; geschult)
erudito; cultivado; culto; especializado; docto-
erudito bijvoeglijk naamwoord
-
cultivado bijvoeglijk naamwoord
-
culto bijvoeglijk naamwoord
-
especializado bijvoeglijk naamwoord
-
docto bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebildet (gelehrt; geschult)
erudito; inteligente; sabio-
erudito bijvoeglijk naamwoord
-
inteligente bijvoeglijk naamwoord
-
sabio bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebildet (anständig; höflich; wohlerzogen; zivilisiert; wohlanständig)
civilizado; educado; decente; correcto; culto; bien educado-
civilizado bijvoeglijk naamwoord
-
educado bijvoeglijk naamwoord
-
decente bijvoeglijk naamwoord
-
correcto bijvoeglijk naamwoord
-
culto bijvoeglijk naamwoord
-
bien educado bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebildet (intellektuell; gelehrt)
intelectual-
intelectual bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gebildet:
Synoniemen voor "gebildet":
gebildet vorm van bilden:
-
bilden (ins Leben rufen; machen; produzieren; herstellen; kreieren; schaffen; verfertigen; erschaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; gestalten; erfinden; anfertigen; hervorbringen; formen; entstehen; skizzieren)
hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; fabricar; desarrollar; concebir; armar; reparar; convertirse en; trazar; remendar-
hacer werkwoord
-
crear werkwoord
-
producir werkwoord
-
diseñar werkwoord
-
ganar werkwoord
-
componer werkwoord
-
compilar werkwoord
-
montar werkwoord
-
formar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
concebir werkwoord
-
armar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
trazar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
-
bilden (formen; kneten; gestalten; bearbeiten; modellieren; heranbilden)
formar; constituir; amasar; macerar; masajear; dar forma; dar masajes; modelar-
formar werkwoord
-
constituir werkwoord
-
amasar werkwoord
-
macerar werkwoord
-
masajear werkwoord
-
dar forma werkwoord
-
dar masajes werkwoord
-
modelar werkwoord
-
-
bilden (entwickeln; üben; ausbilden; heranbilden)
ejercer; ejercitarse; prepararse para-
ejercer werkwoord
-
ejercitarse werkwoord
-
prepararse para werkwoord
-
-
bilden (abwechseln; ändern; verändern; tauschen; wechseln; variieren; abändern; amendieren; abwandeln; erschaffen; eintauschen; verfertigen; entstehen; ausbauen; anfertigen; entarten; auswirken; entfalten; flattern)
cambiar; modificar; transformar; desarrollar; alterar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; reparar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir-
cambiar werkwoord
-
modificar werkwoord
-
transformar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
alterar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
convertir werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
cambiar por werkwoord
-
variar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
desarrollarse werkwoord
-
elaborar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
evolucionar werkwoord
-
revelar werkwoord
-
extraer werkwoord
-
alternar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
instruir werkwoord
-
-
bilden (Musik komponieren; gestalten; aufstellen; aufbauen; ausfertigen; formieren)
-
bilden (entwickeln; ausbilden; entfalten; heranbilden; formen)
desarrollar; revelar; elaborar; desplegar; explotar; evolucionar; cultivar; educar; roturar; seguir desarrollando-
desarrollar werkwoord
-
revelar werkwoord
-
elaborar werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
explotar werkwoord
-
evolucionar werkwoord
-
cultivar werkwoord
-
educar werkwoord
-
roturar werkwoord
-
seguir desarrollando werkwoord
-
-
bilden (verwirklichen; realisieren; zustande bringen; vollführen; schaffen; zurechtbringen)
realizar; desarrollar; explotar; hacer realidad-
realizar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
explotar werkwoord
-
hacer realidad werkwoord
-
-
bilden (entwickeln; ausbilden; erfinden)
desarrollarse; evolucionar; convertirse en-
desarrollarse werkwoord
-
evolucionar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
-
bilden (trainieren; üben; ausbilden; entwickeln; heranbilden; einstudieren; einüben; proben; repetieren)
Conjugations for bilden:
Präsens
- bilde
- bildest
- bildet
- bilden
- bildet
- bilden
Imperfekt
- bildete
- bildetest
- bildete
- bildeten
- bildetet
- bildeten
Perfekt
- habe gebildet
- hast gebildet
- hat gebildet
- haben gebildet
- habt gebildet
- haben gebildet
1. Konjunktiv [1]
- bilde
- bildest
- bilde
- bilden
- bildet
- bilden
2. Konjunktiv
- bildete
- bildetest
- bildete
- bildeten
- bildetet
- bildeten
Futur 1
- werde bilden
- wirst bilden
- wird bilden
- werden bilden
- werdet bilden
- werden bilden
1. Konjunktiv [2]
- würde bilden
- würdest bilden
- würde bilden
- würden bilden
- würdet bilden
- würden bilden
Diverses
- bild!
- bildet!
- bilden Sie!
- gebildet
- bildend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bilden:
Synoniemen voor "bilden":
Computer vertaling door derden: