Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal scraper

Vertaal scraper van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. scraper:
  2. scrap:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor scraper (Engels) in het Nederlands

scraper:

scraper [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scraper (scraping-knife)
    de schraper; het schraapijzer; het schraapmes; het schrapijzer
  2. the scraper (scriber)
    de krabber; krabijzer; de krasser
    • krabber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • krabijzer [znw.] zelfstandig naamwoord
    • krasser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scraper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krabber scraper; scriber doodler; scratcher; scrawler; scribbler
krabijzer scraper; scriber
krasser scraper; scriber
schraapijzer scraper; scraping-knife
schraapmes scraper; scraping-knife
schraper scraper; scraping-knife haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint
schrapijzer scraper; scraping-knife

Verwante woorden van "scraper":


Synoniemen voor "scraper":


Verwante definities voor "scraper":

  1. any of various hand tools for scraping1

Wiktionary: scraper

Cross Translation:
FromToVia
• scraper → krabber ↔ grattoir — instrument propre à gratter le papier, le parchemin, etc., pour en enlever l’écriture ou les taches.

scrap:

to scrap werkwoord (scraps, scrapped, scrapping)

  1. to scrap (convert into scrap)
    vernietigen; tot schroot verwerken
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • tot schroot verwerken werkwoord (verwerk tot schroot, verwerkt tot schroot, verwerkte tot schroot, verwerkten tot schroot, tot schroot verwerkt)
  2. to scrap (fight; scuffle)
    vechten; bakkeleien; knokken; duelleren; kampen; matten
    • vechten werkwoord (vecht, vocht, vochten, gevochten)
    • bakkeleien werkwoord (bakkelei, bakkeleit, bakkeleide, bakkeleiden, gebakkeleid)
    • knokken werkwoord (knok, knokt, knokte, knokten, geknokt)
    • duelleren werkwoord (duelleer, duelleert, duelleerde, duelleerden, geduelleerd)
    • kampen werkwoord (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
    • matten werkwoord (mat, matte, matten, gemat)
  3. to scrap
    laten uitvallen
    • laten uitvallen werkwoord (laat uitvallen, liet uitvallen, lieten uitvallen, laten uitvallen)

Conjugations for scrap:

present
  1. scrap
  2. scrap
  3. scraps
  4. scrap
  5. scrap
  6. scrap
simple past
  1. scrapped
  2. scrapped
  3. scrapped
  4. scrapped
  5. scrapped
  6. scrapped
present perfect
  1. have scrapped
  2. have scrapped
  3. has scrapped
  4. have scrapped
  5. have scrapped
  6. have scrapped
past continuous
  1. was scrapping
  2. were scrapping
  3. was scrapping
  4. were scrapping
  5. were scrapping
  6. were scrapping
future
  1. shall scrap
  2. will scrap
  3. will scrap
  4. shall scrap
  5. will scrap
  6. will scrap
continuous present
  1. am scrapping
  2. are scrapping
  3. is scrapping
  4. are scrapping
  5. are scrapping
  6. are scrapping
subjunctive
  1. be scrapped
  2. be scrapped
  3. be scrapped
  4. be scrapped
  5. be scrapped
  6. be scrapped
diverse
  1. scrap!
  2. let's scrap!
  5. scrapped
  6. scrapping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

scrap [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scrap (rag; tatter; dollop; )
    het prul; de homp; de flard; het vodje; de lap; de lor; de vod
    • prul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • homp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • flard [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vodje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lor [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vod [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the scrap (piece of paper)
    stukje papier; de snipper
  3. the scrap (waste material)
    de afvalstof; het afvalmateriaal
  4. the scrap (scrap metal; old iron; scrap iron; refuse iron)
    de schroot; oud ijzer; metaal afval
  5. the scrap (vermin; scum; trash; )
    het uitvaagsel
  6. the scrap
    – Waste that occurs during the manufacturing process. 2
    de uitval
    • uitval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. the scrap
    – An application or system file maintained for storing data that has been marked for movement, copying, or deletion. 2
    het knipsel
    • knipsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scrap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvalmateriaal scrap; waste material
afvalstof scrap; waste material by-product; waste product
flard daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
homp daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter chunk
knipsel scrap clipping; cutting; sliver; snip
lap daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter cleaning-rag; cloth; piece of cloth; polishing-cloth; remains; tail-end
lor daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
metaal afval old iron; refuse iron; scrap; scrap iron; scrap metal
oud ijzer old iron; refuse iron; scrap; scrap iron; scrap metal
prul daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
schroot old iron; refuse iron; scrap; scrap iron; scrap metal board; shelf
snipper piece of paper; scrap
stukje papier piece of paper; scrap
uitvaagsel dregs; dross; offal; refuse; riff-raff; scrap; scum; trash; vermin
uitval scrap emotionale outburst; eruption; explosion; falling-out; outburst
vechten fighting
vod daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
vodje daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
- bit; chip; combat; fight; fighting; flake; fleck; rubbish; trash
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakkeleien fight; scrap; scuffle altercate; argue; debate; dispute; quarrel; twist; wrangle
duelleren fight; scrap; scuffle
kampen fight; scrap; scuffle fight; keep up the struggle; put up a fight; struggle; wage ware
knokken fight; scrap; scuffle fight; mat; quarrel
laten uitvallen scrap
matten fight; scrap; scuffle fight; mat; quarrel
tot schroot verwerken convert into scrap; scrap
vechten fight; scrap; scuffle fight; keep up the struggle; mat; put up a fight; quarrel; struggle; wage ware
vernietigen convert into scrap; scrap abolish; annul; cancel; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; neutralise; neutralize; nullify; ruin; undo; unhitch; unpick; wear out; work to death; wreck
- altercate; argufy; dispute; junk; quarrel; trash
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- discard; slut

Verwante woorden van "scrap":


Synoniemen voor "scrap":


Verwante definities voor "scrap":

  1. the act of fighting; any contest or struggle1
    • the unhappy couple got into a terrible scrap1
  2. a small piece of something that is left over after the rest has been used1
    • she jotted it on a scrap of paper1
    • there was not a scrap left1
  3. a small fragment of something broken off from the whole1
  4. worthless material that is to be disposed of1
  5. make into scrap or refuse1
    • scrap the old airplane and sell the parts1
  6. have a disagreement over something1
    • These two fellows are always scrapping over something1
  7. dispose of (something useless or old)1
    • scrap your old computer1
  8. Waste that occurs during the manufacturing process.2
  9. An application or system file maintained for storing data that has been marked for movement, copying, or deletion.2

Wiktionary: scrap

scrap
noun
  1. small leftover piece
scrap
noun
  1. vod, oude lap
  2. rommeltje, goedkoop kitscherig ding
  3. een versleten stuk weefsel
verb
  1. een instelling of regel ongedaan maken
  2. doorhalen, verwijderen van een lijst
  3. een structuur ontmantelen, afbreken
Cross Translation:
FromToVia
• scrap → val ↔ chute — Traductions à trier suivant le sens
• scrap → ferroschroot ↔ ferraille — vieux morceaux de fer user ou rouiller.
• scrap → flard; vodje; lap; lomp; lor; tod; vod ↔ lambeau — morceau d’une étoffe déchirer.

Verwante vertalingen van scraper







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0898 seconde
Page rendered in 1.0 seconds