Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kastelen:
  2. kasteel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kastelen (Nederlands) in het Frans

kastelen:

kastelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kastelen (sloten; vestingen; burchten)
    le châteaux; la forteresses; la tours; la citadelles; la châteaux fortes

Vertaal Matrix voor kastelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
châteaux burchten; kastelen; sloten; vestingen
châteaux fortes burchten; kastelen; sloten; vestingen
citadelles burchten; kastelen; sloten; vestingen burchten; sloten
forteresses burchten; kastelen; sloten; vestingen
tours burchten; kastelen; sloten; vestingen omwentelingen; ronden; rondwandelingen; torens

Verwante woorden van "kastelen":


kastelen vorm van kasteel:

kasteel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kasteel (burcht; slot)
    le château; la citadelle; la forteresse; la bastion; la château fort; le fort; le palais
  2. het kasteel (citadel; ridderslot; ridderkasteel)
    le château; la citadelle; le fort; la château fort; la forteresse
  3. het kasteel (versterkte legerplaats; citadel; sterkte; fort)
    la citadelle

Vertaal Matrix voor kasteel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastion burcht; kasteel; slot bastion; bolwerk; fort; stadswal; vaste grond; veste; wal
château burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
château fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
citadelle burcht; citadel; fort; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterkte; versterkte legerplaats
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
forteresse burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot bastion; bolwerk; fort; gracht; gracht rond stad; singel; stadsgracht; stadswal; vaste grond; veste; vesting; vestingsgracht; wal
palais burcht; kasteel; slot gehemelte; gehemeltebeen; paleis; paleizen; verhemelte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig

Verwante woorden van "kasteel":


Wiktionary: kasteel

kasteel
noun
  1. Forteresse entourée de tours et de bastions
  2. château médiéval fortifié

Cross Translation:
FromToVia
kasteel château-fort; château castle — fortified building
kasteel château Schloss — Pl.1 prunkvolles und repräsentatives Wohngebäude, meistens von Adelsfamilien