Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onhandigheid (Nederlands) in het Frans

onhandigheid:

onhandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onhandigheid (onbeholpenheid)
    la maladresse; la gaucherie; l'incommodité

Vertaal Matrix voor onhandigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaucherie onbeholpenheid; onhandigheid gehaspel; stumperigheid; verstijfdheid
incommodité onbeholpenheid; onhandigheid kwaaltje
maladresse onbeholpenheid; onhandigheid blunder; flater; gebroddel; gehaspel; geklungel; stumperigheid

Verwante woorden van "onhandigheid":


Wiktionary: onhandigheid

onhandigheid
noun
  1. Incapacité, inhabileté ; ignorance de ce qu’on doit savoir dans sa profession

Cross Translation:
FromToVia
onhandigheid maladresse awkwardness — the state or quality of being awkward

onhandigheid vorm van onhandig:

onhandig bijvoeglijk naamwoord

  1. onhandig (onbeholpen; sukkelig; slungelig; )
    maladif; maladroit; embarrassé; inncommode; avec raideur; malhabile; avec maladresse; dégingandé; maladroitement; sans force; raide; lâche; gauche; relâché; mal à l'aise; gauchement; maladivement; peu maniable; à pas raides
  2. onhandig (stumperig; onbeholpen; stuntelig; )
    maladroit; malhabile; maladroitement
  3. onhandig (slungelig; stuntelig)
    dégingandé; de manière dégindandée

Vertaal Matrix voor onhandig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gauche linkerkant; linkerzijde
lâche groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
maladroit klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
maladroit klungelig; links
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec maladresse krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig sukkelend
avec raideur krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig houterig; stijf; stijve; stram; stroef
de manière dégindandée onhandig; slungelig; stuntelig
dégingandé krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
embarrassé krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bedeesd; beschaamd; beschroomd; bleu; gegeneerd; ongemakkelijk; opgelaten; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
gauche krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig abrupt; eensklaps; harkerig; houterig; ineens; linker; links; lomp; onelegant; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plomp; plots; plotseling; plotsklaps; stijf; stijve; stoethaspelig; stram; stroef; sukkelend
gauchement krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig sukkelend
inncommode krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
lâche krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; grauw; mistroostig; onedelmoedig; pips; slap; slapjes; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; wee; ziekelijk; zwak
mal à l'aise krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
maladif krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; misselijk; naar; ongezond; onpasselijk; onwel; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; ziekjes; zwak
maladivement krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
maladroit gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bot; lomp; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onelegant; ongemanierd; onopgevoed; plomp; sukkelend
maladroitement gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig slap; slapjes; sukkelend
malhabile gebrekkig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
peu maniable krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig onhandelbaar; tegendraads
raide krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig afgemeten; beschonken; bezopen; chagrijnig; dronken; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; opgemeten; platzak; star; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; taai; verstard; zat
relâché krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bevrijd; gered; loshangend; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; slap; slapjes; verlost; vrij hangend; vrijgegeven
sans force krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig dood; energieloos; futloos; geesteloos; krachteloos; lamlendig; landerig; levenloos; lusteloos; machteloos; mat; niet bezield; onbezield; onmachtig; slap; slapjes
à pas raides krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig

Verwante woorden van "onhandig":

  • onhandigheid, onhandiger, onhandigere, onhandigst, onhandigste, onhandige

Wiktionary: onhandig


Cross Translation:
FromToVia
onhandig maladroit awkward — lacking dexterity in the use of the hands
onhandig maladroit; gauche clumsy — awkward, lacking coordination, not graceful, not dextrous
onhandig incapable feckless — without skill, ineffective
onhandig absurde gormless — lacking intelligence
onhandig maladroit ham-fisted — lacking skill in physical movement