Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor ventwaar in het Nederlands
ventwaar: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- vent: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; heerschap; sujet; goser; manspersoon
- waar: artikelen; voorwerpen; waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; werkelijk; waarachtig; handel; koophandel; klandizie; nering; zaken; dingen; spullen; goedje; zaakjes; waren; goederen; koopwaar; handelswaar; echt; effectief; reëel; heus; warempel; metterdaad; natuurlijk
- venten: leuren; venten; huis-aan-huis-verkopen