Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- angekettet:
- anketten:
-
Wiktionary:
- anketten → aaneenschakelen
Duits
Uitgebreide vertaling voor angekettet (Duits) in het Nederlands
angekettet:
-
angekettet (festgebunden; zusammengebunden)
-
angekettet (angeschlossen)
-
angekettet (gefasciniert; festgebunden; zusammengebunden)
gefascineerd; geïntrigeerd; geboeid-
gefascineerd bijvoeglijk naamwoord
-
geïntrigeerd bijvoeglijk naamwoord
-
geboeid bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor angekettet:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geboeid | angekettet; angeschlossen; festgebunden; gefasciniert; zusammengebunden | |
gefascineerd | angekettet; festgebunden; gefasciniert; zusammengebunden | |
geketend | angekettet; angeschlossen | |
geïntrigeerd | angekettet; festgebunden; gefasciniert; zusammengebunden | |
vastgebonden | angekettet; festgebunden; zusammengebunden |
anketten:
-
anketten (ketten; fesseln)
vastleggen; vastketenen; vastkluisteren-
vastkluisteren werkwoord (kluister vast, kluistert vast, kluisterde vast, kluisterden vast, vastgekluisterd)
-
anketten (anlegen; festmachen; heften; verankern; befestigen; anbinden; festbinden; einhaken)
aanleggen; aanmeren; vastleggen; vastbinden; meren; vastmaken; vastmeren; afmeren-
aanmeren werkwoord
-
anketten (festmachen; befestigen; verankern; dokumentieren; festbinden; festhalten; anlegen; heften; anbinden)
Conjugations for anketten:
Präsens
- kette an
- kettest an
- kettet an
- ketten an
- kettet an
- ketten an
Imperfekt
- kettete an
- kettetest an
- kettete an
- ketteten an
- kettetet an
- ketteten an
Perfekt
- habe angekettet
- hast angekettet
- hat angekettet
- haben angekettet
- habt angekettet
- haben angekettet
1. Konjunktiv [1]
- kette an
- kettest an
- kette an
- ketten an
- kettet an
- ketten an
2. Konjunktiv
- kettete an
- kettetest an
- kettete an
- ketteten an
- kettetet an
- ketteten an
Futur 1
- werde anketten
- wirst anketten
- wird anketten
- werden anketten
- werdet anketten
- werden anketten
1. Konjunktiv [2]
- würde anketten
- würdest anketten
- würde anketten
- würden anketten
- würdet anketten
- würden anketten
Diverses
- kett an!
- kettet an!
- ketten Sie an!
- angekettet
- ankettend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie