Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stillen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stillen (Nederlands) in het Zweeds

stillen:

stillen werkwoord (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen (lessen)
    släcka; dämpa; lindra; mildra
    • släcka werkwoord (släckar, släckade, släckat)
    • dämpa werkwoord (dämpar, dämpade, dämpat)
    • lindra werkwoord (lindrar, lindrade, lindrat)
    • mildra werkwoord (mildrar, mildrade, mildrat)
  2. stillen (stelpen)
    stoppa; stilla; hämma
    • stoppa werkwoord (stoppar, stoppade, stoppat)
    • stilla werkwoord (stillar, stillade, stillat)
    • hämma werkwoord (hämmar, hämmade, hämmat)

Conjugations for stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stillen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dämpa lessen; stillen dampen; dimmen; stomen; temperen; uitwasemen; vervriendelijken; verzachten; wasemen
hämma stelpen; stillen belemmeren; beletten; halt houden; hinderen; lenen; onmogelijk maken; ontlenen; ophouden; rekken; remmen; stopzetten; storen; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; verhinderen; vertragen
lindra lessen; stillen bedaren; beschijnen; kalmeren; lenigen; opluchten; sussen; tot kalmte manen; verlichten; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten
mildra lessen; stillen vertederen; vervriendelijken; verzachten
släcka lessen; stillen afzetten; blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
stilla stelpen; stillen
stoppa stelpen; stillen afhouden; beletten; doen stoppen; een halt toeroepen; ervanaf houden; gaten dichten; halt houden; ineen duwen; mazen; ophouden; opzetten; proppen; remmen; stoppen; stopzetten; tegengehouden worden; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; vertragen; weerhouden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stilla bedaard; bewegingloos; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbeweeglijk; onbewogen; roerloos; rustig; rustig aan; sereen; stil; stilletjes aan

Wiktionary: stillen


Cross Translation:
FromToVia
stillen lugna; dämpa besänftigen — durch Zureden bewirken, dass jemandes innere Erregung langsam nachlassen und abklingen

Verwante vertalingen van stillen