Engels

Uitgebreide vertaling voor take in (Engels) in het Nederlands

take in:

to take in werkwoord (takes in, took in, taking in)

  1. to take in (absorb; take up; pick up)
    opnemen; absorberen
    • opnemen werkwoord (neem op, neemt op, nam op, namen op, opgenomen)
    • absorberen werkwoord (absorbeer, absorbeert, absorbeerde, absorbeerden, geabsorbeerd)
  2. to take in (shop; stock; go shopping; )
    boodschappen doen; winkelen; inkopen; inslaan; inkopen doen
    • boodschappen doen werkwoord (doe boodschappen, doet boodschappen, deed boodschappen, deden boodschappen, boodschappen gedaan)
    • winkelen werkwoord (winkel, winkelt, winkelde, winkelden, gewinkeld)
    • inkopen werkwoord (koop in, koopt in, kocht in, kochten in, ingekocht)
    • inslaan werkwoord (sla in, slaat in, sloeg in, sloegen in, ingeslagen)
    • inkopen doen werkwoord (doe inkopen, doet inkopen, deed inkopen, deden inkopen, inkopen gedaan)
  3. to take in (absorb; take up; sip up; lap up)
    opnemen; absorberen; opslorpen; opslurpen
    • opnemen werkwoord (neem op, neemt op, nam op, namen op, opgenomen)
    • absorberen werkwoord (absorbeer, absorbeert, absorbeerde, absorbeerden, geabsorbeerd)
    • opslorpen werkwoord (slorp op, slorpt op, slorpte op, slorpten op, opgeslorpt)
    • opslurpen werkwoord (slurp op, slurpt op, slurpte op, slurpten op, opgeslurpt)
  4. to take in (swallow; gulp; gulp down)
    slikken; doorslikken
    • slikken werkwoord (slik, slikt, slikte, slikten, geslikt)
    • doorslikken werkwoord (slik door, slikt door, slikte door, slikten door, doorgeslikt)
  5. to take in (take upstairs)
    naar boven halen
    • naar boven halen werkwoord (haal naar boven, haalt naar boven, haalde naar boven, haalden naar boven, naar boven gehaald)
  6. to take in (bring in; obtain; get)
    binnenhalen; binnenbrengen
    • binnenhalen werkwoord (haal binnen, haalt binnen, haalde binnen, haalden binnen, binnengehaald)
    • binnenbrengen werkwoord (breng binnen, brengt binnen, bracht binnen, brachten binnen, binnen gebracht)
  7. to take in (haul in; draw in)
    naar binnen halen; inhalen
  8. to take in (carry away; carry off; take away; accompany; see off)
    meedragen; afvoeren; wegvoeren; wegslepen; wegdragen; wegsjouwen
    • meedragen werkwoord
    • afvoeren werkwoord (voer af, voert af, voerde af, voerden af, afgevoerd)
    • wegvoeren werkwoord (voer weg, voert weg, voerde weg, voerden weg, weggevoerd)
    • wegslepen werkwoord (sleep weg, sleept weg, sleepte weg, sleepten weg, weggesleept)
    • wegdragen werkwoord (draag weg, draagt weg, droeg weg, droegen weg, weggedragen)
    • wegsjouwen werkwoord (sjouw weg, sjouwt weg, sjouwde weg, sjouwden weg, weggesjouwd)
  9. to take in
    in zich opnemen
    • in zich opnemen werkwoord (neem in mij op, neemt in je op, neemt in zich op, nam in zich op, namen in jullie op, in zich opgenomen)
  10. to take in (take up; pick up; absorb)
    – take up as if with a sponge 1
    incorporeren; opnemen in groter geheel; inlijven

Conjugations for take in:

present
  1. take in
  2. take in
  3. takes in
  4. take in
  5. take in
  6. take in
simple past
  1. took in
  2. took in
  3. took in
  4. took in
  5. took in
  6. took in
present perfect
  1. have taken in
  2. have taken in
  3. has taken in
  4. have taken in
  5. have taken in
  6. have taken in
past continuous
  1. was taking in
  2. were taking in
  3. was taking in
  4. were taking in
  5. were taking in
  6. were taking in
future
  1. shall take in
  2. will take in
  3. will take in
  4. shall take in
  5. will take in
  6. will take in
continuous present
  1. am taking in
  2. are taking in
  3. is taking in
  4. are taking in
  5. are taking in
  6. are taking in
subjunctive
  1. be taken in
  2. be taken in
  3. be taken in
  4. be taken in
  5. be taken in
  6. be taken in
diverse
  1. take in!
  2. let's take in!
  3. taken in
  4. taking in
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor take in:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorberen absorption
inhalen taking in
inkopen purchases
naar binnen halen taking in
opnemen absorbing; absorption; recording; taping
opslorpen absorbing
wegdragen carrying away
wegslepen dragging; hauling; towing away
winkelen go out shopping; shopping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorberen absorb; lap up; pick up; sip up; take in; take up
afvoeren accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in discharge; disgorge; drain; drain away; drain off; empty; expel; remove
binnenbrengen bring in; get; obtain; take in
binnenhalen bring in; get; obtain; take in entertain; regale; welcome
boodschappen doen do some shopping; do the shopping; go shopping; lay in; shop; stock; take in shop
doorslikken gulp; gulp down; swallow; take in swallow
in zich opnemen take in
incorporeren absorb; pick up; take in; take up
inhalen draw in; haul in; take in catch up; catch up with; gain; make good; make up; move past; overtake; pass; rectify; ride past; run in; sail past
inkopen do some shopping; do the shopping; go shopping; lay in; shop; stock; take in
inkopen doen do some shopping; do the shopping; go shopping; lay in; shop; stock; take in
inlijven absorb; pick up; take in; take up annex; enlist; enrol; enroll; incorporate; take over
inslaan do some shopping; do the shopping; go shopping; lay in; shop; stock; take in break; knock to pieces; shatter; smash; smash to pieces; smash up
meedragen accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in
naar binnen halen draw in; haul in; take in
naar boven halen take in; take upstairs
opnemen absorb; lap up; pick up; sip up; take in; take up admit; capture; record; remember
opnemen in groter geheel absorb; pick up; take in; take up
opslorpen absorb; lap up; sip up; take in; take up
opslurpen absorb; lap up; sip up; take in; take up
slikken gulp; gulp down; swallow; take in
wegdragen accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in
wegsjouwen accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in
wegslepen accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in
wegvoeren accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in carry off; lead off; remove
winkelen do some shopping; do the shopping; go shopping; lay in; shop; stock; take in shop
- absorb; adopt; assimilate; bring in; catch; clear; collect; consume; draw; earn; gain; gather in; have; imbibe; ingest; invite; make; overhear; pull in; realise; realize; receive; see; soak up; sop up; suck; suck in; suck up; take; take up; view; watch

Synoniemen voor "take in":


Antoniemen van "take in":


Verwante definities voor "take in":

  1. make (clothes) smaller1
    • Please take in this skirt--I've lost weight1
  2. take into one's family1
  3. take up mentally1
  4. serve oneself to, or consume regularly1
  5. take up as if with a sponge1
  6. fold up1
    • take in the sails1
  7. express willingness to have in one's home or environs1
  8. take in, also metaphorically1
  9. accept1
  10. see or watch1
  11. hear, usually without the knowledge of the speakers1
  12. call for and obtain payment of1
  13. earn on some commercial or business transaction; earn as salary or wages1
  14. visit for entertainment1
    • take in the sights1
  15. provide with shelter1
  16. suck or take up or in1

Wiktionary: take in


Cross Translation:
FromToVia
take in bedotten; rollen; wentelen rouler — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van take in