Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. regelrecht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regelrecht (Nederlands) in het Engels

regelrecht:

regelrecht bijvoeglijk naamwoord

  1. regelrecht (klinkklaar; puur; gewoonweg; ronduit)
    sheer; plain; downright; blatant
  2. regelrecht (recht door zee; duidelijk; direct)
    directly; clear
  3. regelrecht (rechtstreeks; direct; linea recta)
    directly; straight; perpendicular

Vertaal Matrix voor regelrecht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
straight pokerterm voor straat; straat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blatant gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit hard; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwerig
perpendicular direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; recht; rechtstandig; verticaal
plain vlakte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
directly direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig
downright gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
plain gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit alledaags; blank; cru; direct; eenvoudig; effen; gewoon; lelijk; lelijk uitziend; niets bijzonders; onbewimpeld; ongelakt; ongezouten; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ordinair; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; van één kleur; vrij; vrijelijk; vrijuit; wit; wit van huidskleur
sheer gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
straight direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht cru; direct; directe; echt; eerlijk; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; loodrecht; menens; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; recht; rechtdoorzee; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zuiver

Verwante woorden van "regelrecht":

  • regelrechte

Wiktionary: regelrecht

regelrecht
adverb
  1. really; actually; quite; thoroughly; utterly