Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. versterking:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor versterking:
    • empowerment, enhancement


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versterking (Nederlands) in het Engels

versterking:

versterking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de versterking (versteviging; consolidatie; verharding)
    the consolidation; the strengthening; the reinforcement; the amplification; the intensification; the fortification; the affirmation; the confirmation
  2. de versterking (verrijking)
    the enrichment; the fortification
  3. de versterking (toename; verhoging; vermedevuldigen; )
    the increase; the expansion; the rise; the growth
    • increase [the ~] zelfstandig naamwoord
    • expansion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rise [the ~] zelfstandig naamwoord
    • growth [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor versterking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affirmation consolidatie; verharding; versterking; versteviging aanneming; affirmatie; bevestiging; confirmatie; orderbevestiging
amplification consolidatie; verharding; versterking; versteviging
confirmation consolidatie; verharding; versterking; versteviging aanneming; affirmatie; bekrachtiging; bevestiging; confirmatie; vormsel
consolidation consolidatie; verharding; versterking; versteviging consolidatie
enrichment verrijking; versterking
expansion aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanbouw; aanvulling; expansie; groei; toename; uitbouw; uitbreiding; uitlegging; uitspreiding; uitzetting; verbreiding; vergroting
fortification consolidatie; verharding; verrijking; versterking; versteviging bolwerk; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; sloten; veiligheidssloten
growth aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanfok; aangroeiing; aankweek; aankweken; aanplant; aanvulling; aanwas; bloei; cultuur; expansie; fok; fokkerij; gezwel; groei; groeien; groeiproces; knobbel; kweken; ontplooiing; ontwikkeling; reproductie; teelt; toename; tumor; uitbreiding; uitzetting; verbouw; vergroting; vermeerdering; voortbrenging; voortplanting; wasdom
increase aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aangroeiing; aanvulling; aanwas; expansie; groei; het groter worden; klimmen; omhoogkomen; ontwikkelingsgang; opstijgen; progressie; stijgen; stijging; toename; toename voorraad; uitbreiding; uitzetten; uitzetting; vergroting; verloop; vermeerdering; vermenigvuldiging; verveelvoudiging; voortgang; vooruitgang; vordering; wijd worden
intensification consolidatie; verharding; versterking; versteviging intensivering; verdieping; verscherping
reinforcement consolidatie; verharding; versterking; versteviging
rise aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aangroeiing; aanwas; bult; heuvel; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; vermeerdering; vooruitgang; vordering
strengthening consolidatie; verharding; versterking; versteviging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
increase aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhooggaan; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
rise aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; de hoogte ingaan; gaan staan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; naar boven gaan; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opborrelen; opgroeien; opstaan; opstijgen; opvliegen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; uitrijzen; uittorenen; verheffen; vermeerderen; zich opwerken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strengthening versterkend

Verwante woorden van "versterking":

  • versterkingen

Wiktionary: versterking

versterking
noun
  1. het versterken
  2. extra hulp in probleemsituaties
  3. een fortificatie
  4. 4. signaalversterking
versterking
noun
  1. thing that reinforces