Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontwaren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontwaren (Nederlands) in het Engels

ontwaren:

ontwaren werkwoord (ontwaar, ontwaart, ontwaarde, ontwaarden, ontwaard)

  1. ontwaren (aanschouwen; zien; opmerken; )
    to see; to notice; to perceive; to become aware of; to behold; to see in
    • see werkwoord (sees, saw, seeing)
    • notice werkwoord (notices, noticed, noticing)
    • perceive werkwoord (perceives, perceived, perceiving)
    • become aware of werkwoord (becomes aware of, becoming aware of)
    • behold werkwoord (beholds, beholding)
    • see in werkwoord (sees in, saw in, seeing in)
  2. ontwaren (bespeuren; zien; voelen; )
    to see; to feel; to perceive; to notice; to sense; to observe
    • see werkwoord (sees, saw, seeing)
    • feel werkwoord (feels, felt, feeling)
    • perceive werkwoord (perceives, perceived, perceiving)
    • notice werkwoord (notices, noticed, noticing)
    • sense werkwoord (senses, sensed, sensing)
    • observe werkwoord (observes, observed, observing)
  3. ontwaren (ontdekken; opsporen)
    to reveal; to detect; to spot
    • reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)
    • detect werkwoord (detects, detected, detecting)
    • spot werkwoord (spots, spotted, spotting)
    to discover
    – discover or determine the existence, presence, or fact of 1
    • discover werkwoord (discovers, discovered, discovering)
  4. ontwaren (gewaarworden; onderscheiden; te zien krijgen)
    to perceive; to see; to notice; to become aware of; to sense; to find
    • perceive werkwoord (perceives, perceived, perceiving)
    • see werkwoord (sees, saw, seeing)
    • notice werkwoord (notices, noticed, noticing)
    • become aware of werkwoord (becomes aware of, becoming aware of)
    • sense werkwoord (senses, sensed, sensing)
    • find werkwoord (finds, found, finding)

Conjugations for ontwaren:

o.t.t.
  1. ontwaar
  2. ontwaart
  3. ontwaart
  4. ontwaren
  5. ontwaren
  6. ontwaren
o.v.t.
  1. ontwaarde
  2. ontwaarde
  3. ontwaarde
  4. ontwaarden
  5. ontwaarden
  6. ontwaarden
v.t.t.
  1. heb ontwaard
  2. hebt ontwaard
  3. heeft ontwaard
  4. hebben ontwaard
  5. hebben ontwaard
  6. hebben ontwaard
v.v.t.
  1. had ontwaard
  2. had ontwaard
  3. had ontwaard
  4. hadden ontwaard
  5. hadden ontwaard
  6. hadden ontwaard
o.t.t.t.
  1. zal ontwaren
  2. zult ontwaren
  3. zal ontwaren
  4. zullen ontwaren
  5. zullen ontwaren
  6. zullen ontwaren
o.v.t.t.
  1. zou ontwaren
  2. zou ontwaren
  3. zou ontwaren
  4. zouden ontwaren
  5. zouden ontwaren
  6. zouden ontwaren
en verder
  1. ben ontwaard
  2. bent ontwaard
  3. is ontwaard
  4. zijn ontwaard
  5. zijn ontwaard
  6. zijn ontwaard
diversen
  1. ontwaar!
  2. ontwaart!
  3. ontwaard
  4. ontwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontwaren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
find ontdekking; uitdenking; uitvinding; vinding; vondst
notice bekijks; congé; convocatie; huuropzegging; informatie; kennisgeving; mededeling; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; verwittiging
observe aanschouwen; observeren; zien
sense bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; bezinning; brein; denkvermogen; geest; hersens; inkeer; ratio; strekking; tendens; vernuft; verstand
spot moesje; nop; plekje; puist; pukkel; reclamespot; smet; spat; spatje; spot; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
become aware of aanschouwen; bekijken; gewaarworden; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; zien onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
behold aanschouwen; bekijken; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; turen; zien
detect ontdekken; ontwaren; opsporen
discover ontdekken; ontwaren; opsporen aantreffen; achterhalen; ontdekken; te weten komen; tegenkomen; vinden
feel bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien beleven; betasten; bevoelen; ervaren; gewaarworden; iets voelen; inleven; invoelen; meeleven; ondervinden; voelen
find gewaarworden; onderscheiden; ontwaren; te zien krijgen aangetroffen worden; aantreffen; onderscheiden; tegenkomen; uit elkaar houden; uiteenhouden; vinden
notice aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; gewaarworden; kijken; merken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; voelen; waarnemen; zien bekrachtigen; bemerken; bestempelen; certificeren; gewaarworden; merken; onderscheiden; opmerken; signaleren; uit elkaar houden; uiteenhouden; waarmerken; waarnemen
observe bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien aankijken; bekijken; bemerken; gadeslaan; gewaarworden; horen; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; opdagen; opduiken; opkomen; opletten; opmerken; signaleren; toekijken; toeschouwen; toezien; verschijnen; voelen; waarnemen; zien
perceive aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; gewaarworden; kijken; merken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; voelen; waarnemen; zien bekijken; gadeslaan; gewaarworden; horen; merken; observeren; onderscheiden; signaleren; uit elkaar houden; uiteenhouden; voelen; waarnemen; zien
reveal ontdekken; ontwaren; opsporen bloot leggen; klikken; ontpoppen als; ontsluieren; openbaren; reveleren; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; zich uiten
see aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; gewaarworden; kijken; merken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; voelen; waarnemen; zien aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; gadeslaan; kijken; observeren; onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden; visualiseren; waarnemen; zien
see in aanschouwen; bekijken; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; turen; zien
sense bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; onderscheiden; ontwaren; te zien krijgen; voelen; waarnemen; zien aanvoelen; lucht krijgen van; onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden; voorvoelen
spot ontdekken; ontwaren; opsporen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sense sensueel; wulps; zinlijk; zintuiglijke

Wiktionary: ontwaren

ontwaren
verb
  1. een moeilijk waarneembaar object beginnen waar te nemen

Cross Translation:
FromToVia
ontwaren notice; perceive; detect; note; remark; spot; descry; espy; glimpse; sight; catch sight of; spy apercevoir — Remarquer une chose qui avait échappé d’abord.