Engels

Uitgebreide vertaling voor desirable (Engels) in het Nederlands

desirable:

desirable bijvoeglijk naamwoord

  1. desirable (wished for; desired; necessary; )
    wenselijk; gewenst; verlangd; gewild
  2. desirable (sought-after; wanted; in demand; popular; gladly seen)
    gezocht; gewild; veelgevraagd; begeerd
  3. desirable (preferable)
    felbegeerd
  4. desirable (sought-after)
    begeerlijk
  5. desirable (wanted; sought-after; adorable; in demand)
    begerenswaardig

Vertaal Matrix voor desirable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begeerlijk desirable; sought-after
begerenswaardig adorable; desirable; in demand; sought-after; wanted
felbegeerd desirable; preferable
gewenst desirable; desired; essential; gladly seen; in demand; necessary; wanted; wished for
gewild desirable; desired; essential; gladly seen; in demand; necessary; popular; sought-after; wanted; wished for
gezocht desirable; gladly seen; in demand; popular; sought-after; wanted affected; artificial; faked; feigned; pretended
veelgevraagd desirable; gladly seen; in demand; popular; sought-after; wanted
wenselijk desirable; desired; essential; gladly seen; in demand; necessary; wanted; wished for
- suitable; worthy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- worth striving for
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begeerd desirable; gladly seen; in demand; popular; sought-after; wanted
verlangd desirable; desired; essential; gladly seen; in demand; necessary; wanted; wished for

Verwante woorden van "desirable":


Synoniemen voor "desirable":


Antoniemen van "desirable":


Verwante definities voor "desirable":

  1. worth having or seeking or achieving1
    • a desirable job1
    • computer with many desirable features1
    • a desirable outcome1
  2. worthy of being chosen especially as a spouse1

Wiktionary: desirable

desirable
adjective
  1. suitable to be desired
desirable
adjective
  1. wat men zou wensen

desire:

to desire werkwoord (desires, desired, desiring)

  1. to desire (long; crave; covet; )
    verlangen; begeren
    • verlangen werkwoord (verlang, verlangt, verlangde, verlangden, verlangd)
    • begeren werkwoord (begeer, begeert, begeerde, begeerden, begeerd)
  2. to desire (crave; long)
    hunkeren; sterk verlangen

Conjugations for desire:

present
  1. desire
  2. desire
  3. desires
  4. desire
  5. desire
  6. desire
simple past
  1. desired
  2. desired
  3. desired
  4. desired
  5. desired
  6. desired
present perfect
  1. have desired
  2. have desired
  3. has desired
  4. have desired
  5. have desired
  6. have desired
past continuous
  1. was desiring
  2. were desiring
  3. was desiring
  4. were desiring
  5. were desiring
  6. were desiring
future
  1. shall desire
  2. will desire
  3. will desire
  4. shall desire
  5. will desire
  6. will desire
continuous present
  1. am desiring
  2. are desiring
  3. is desiring
  4. are desiring
  5. are desiring
  6. are desiring
subjunctive
  1. be desired
  2. be desired
  3. be desired
  4. be desired
  5. be desired
  6. be desired
diverse
  1. desire!
  2. let's desire!
  3. desired
  4. desiring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

desire [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the desire (longing; wish; yearning; craving; wanting)
    het wensen; het verlangen; het smachten; de zucht; begeren; de lust
    • wensen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verlangen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • smachten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zucht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • begeren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the desire (wish; yearning; craving; longing)
    de wens; het verlangen
    • wens [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • verlangen [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the desire (lust; passion; urge; )
    de lust; het genot; de drift; het genoegen; de wellust
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wellust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the desire (craving; lust; passionate desire; hunger; passion)
    heftig verlangen; de lust; de begeerte
  5. the desire (wish)
    hevig verlangen; de begeerte
  6. the desire (craving; yearning; longing)
    de hunkering; de begeerte
    • hunkering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • begeerte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor desire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begeerte craving; desire; hunger; longing; lust; passion; passionate desire; wish; yearning
begeren craving; desire; longing; wanting; wish; yearning
drift ardor; ardour; craze; desire; frenzy; lust; passion; rankness; urge ardor; ardour; cattle trail; craving; current; drift; drive; impulse; instigation; instinct; lust; passion; sexual desire; urge; urging; verve; zeal; zest
genoegen ardor; ardour; craze; desire; frenzy; lust; passion; rankness; urge amusement; be satisfied with; delight; fun; joy; lust; passion; pleasure
genot ardor; ardour; craze; desire; frenzy; lust; passion; rankness; urge amusement; delight; enjoyment; fun; joy; lust; passion; pleasure
heftig verlangen craving; desire; hunger; lust; passion; passionate desire
hevig verlangen desire; wish
hunkeren hankering; longing
hunkering craving; desire; longing; yearning
lust ardor; ardour; craving; craze; desire; frenzy; hunger; longing; lust; passion; passionate desire; rankness; urge; wanting; wish; yearning amusement; appetite; fun; horniness; hunger; lewdness; lust; passion; pleasure; randiness; sexual desire; the hots
smachten craving; desire; longing; wanting; wish; yearning hankering; longing
verlangen craving; desire; longing; wanting; wish; yearning hankering; longing
wellust ardor; ardour; craze; desire; frenzy; lust; passion; rankness; urge eroticism; sensualism; sensuality
wens craving; desire; longing; wish; yearning
wensen craving; desire; longing; wanting; wish; yearning
zucht craving; desire; longing; wanting; wish; yearning craving; sigh
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begeren covet; crave; desire; long; want; will; wish
hunkeren crave; desire; long
smachten ache to; languish; long for; pine; yearn
sterk verlangen crave; desire; long
verlangen covet; crave; desire; long; want; will; wish demand; have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; require; to want something very badly; yearn
wensen like to; want; wish
- hope; trust; want
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- longing; wish

Verwante woorden van "desire":


Synoniemen voor "desire":


Verwante definities voor "desire":

  1. an inclination to want things1
    • a man of many desires1
  2. the feeling that accompanies an unsatisfied state1
  3. something that is desired1
  4. feel or have a desire for; want strongly1
  5. express a desire for1
  6. expect and wish1

Wiktionary: desire

desire
noun
  1. strong attraction
  2. something wished for
desire
noun
  1. verlangen
  2. seksueel verlangen
  3. iets willen hebben
  4. een verlangen om iets te doen
verb
  1. sterk verlangen om iets te bezitten
  2. iets erg graag willen hebben
  3. verlangen, op iets hopen

Cross Translation:
FromToVia
desire begeerte Begierde — leidenschaftliches Verlangen, Wünschen
desire verslaving; zucht Sucht — starkes Verlangen
desire begeerte; zucht; lust; verlangen; wens; zin désir — Traductions à trier suivant le sens
desire jaloezie; naijver; jaloersheid; afgunst; ijverzucht; nijd; wangunst enviechagrin ou haine que l’on ressent du bonheur, des succès, des avantages d’autrui.
desire begeerte; zucht; lust; verlangen; wens; zin; heilwens; zegewens; aspiratie; sollicitatie souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.
desire hopen; begeren; trek hebben in; verkiezen; verlangen; wensen souhaiterformer un souhait.
desire wil; zin volontéfaculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.