Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. oordeel:
  2. oordelen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor oordeel:
    • judgment


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oordeel (Nederlands) in het Engels

oordeel:

oordeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oordeel (meningsuiting)
    the judgement; the opinion; the view; the idea
    • judgement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • opinion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • view [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het oordeel (zienswijze; gezichtspunt; opvatting; )
    the perspective; the point of view; the conception; the interpretation; the opinion; the view; the idea; the way of thinking; the vision; the outlook; the attitude; the stand; the notion; the angle; the reading; the aspect; the version
  3. het oordeel (visie; opvatting; zienswijze; )
    the vision; the insight; the notion; the idea
    • vision [the ~] zelfstandig naamwoord
    • insight [the ~] zelfstandig naamwoord
    • notion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oordeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angle denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze hoek; hoekgraad; hoekje; schuilhoekje
aspect denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aspect; facet; ligging; opzicht; positie
attitude denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze bewering; houding; positie; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
conception denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrip; conceptie; denkbeeld; notie
idea denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrip; benul; besef; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezindheid; idee; intentie; mening; mentale voorstelling; moedwil; notie; opinie; opzet; overtuiging; plan; planning; vaststaande mening; voornemen
insight denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze brein; doorzicht; hersens; idee; intelligentie; inzicht; pienterheid; schranderheid; slimheid; verstand
interpretation denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze duiding; interpretatie; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; vertaling; vertolking
judgement meningsuiting; oordeel articulatie; oordeelvelling; uitspraak; veroordeling; vonnis; vonnisspreking
notion denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrijpen; begrip; benul; besef; bewustzijn; brein; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezindheid; hersens; idee; intelligentie; inzicht; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging; sjoege; vaststaande mening; verstand
opinion denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze advies; begrip; benul; dunk; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; invalshoek; mening; mentale voorstelling; oogpunt; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; vaststaande mening; zienswijs
outlook denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze afwachting; dracht; hoop; verwachting; zwangerschap
perspective denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze toekomst; toekomsten; voorland
point of view denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs
reading denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze duiding; geloofsleer; interpretatie; lectuur; leer; leerstelling; leerstuk; leesvoer; lering; lezen; lezing; schriftlezing; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; versie
stand denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze bewering; driepoot; getuigenbank; houding; kraam; kraampje; mat; matje; onderlegger; onderstel; onderzetter; placemat; poot; positie; sokkel; staander; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; tafelmatje; thema; voet; voetstuk; zuilvoet
version denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze duiding; geloofsleer; interpretatie; leer; leerstelling; leerstuk; lering; lezing; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; versie
view denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aanblik; aanzicht; aspect; begrip; benul; bezichtigen; bezichtiging; doorkijk; facet; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; invalshoek; kijk; mening; mentale voorstelling; oogpunt; opinie; opzicht; overtuiging; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vaststaande mening; vergezicht; verreikend uitzicht; vue; weergave; zicht; zienswijs
vision denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aanblik; aanzicht; begrip; benul; beschouwing; inzicht; kans; mentale voorstelling; perspectief; toekomst; visie; visioen; vooruitzicht
way of thinking denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze denkrichting; denktrant; denkwijze; gedachtewereld; ideeënwereld; manier van denken
- mening; opvatting; standpunt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angle hengelen; vissen; visvangen
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
view aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; gadeslaan; inspecteren; keuren; kijken; observeren; schouwen; waarnemen; weergeven; zien

Verwante woorden van "oordeel":


Synoniemen voor "oordeel":


Verwante definities voor "oordeel":

  1. wat je ervan vindt1
    • wat is jouw oordeel over dit plan?1

Wiktionary: oordeel

oordeel
noun
  1. een mening, een opinie
  2. een mening, een opinie
oordeel
noun
  1. decision of a jury
  2. opinion or judgement

oordeel vorm van oordelen:

oordelen werkwoord (oordeel, oordeelt, oordeelde, oordeelden, geoordeeld)

  1. oordelen (een oordeel wijzen; rechtspreken)
    to judge; to pass judgement; to administer justice
    • judge werkwoord (judges, judged, judging)
    • pass judgement werkwoord (passes judgement, passed judgement, passing judgement)
    • administer justice werkwoord (administers justice, administered justice, administering justice)

Conjugations for oordelen:

o.t.t.
  1. oordeel
  2. oordeelt
  3. oordeelt
  4. oordelen
  5. oordelen
  6. oordelen
o.v.t.
  1. oordeelde
  2. oordeelde
  3. oordeelde
  4. oordeelden
  5. oordeelden
  6. oordeelden
v.t.t.
  1. heb geoordeeld
  2. hebt geoordeeld
  3. heeft geoordeeld
  4. hebben geoordeeld
  5. hebben geoordeeld
  6. hebben geoordeeld
v.v.t.
  1. had geoordeeld
  2. had geoordeeld
  3. had geoordeeld
  4. hadden geoordeeld
  5. hadden geoordeeld
  6. hadden geoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal oordelen
  2. zult oordelen
  3. zal oordelen
  4. zullen oordelen
  5. zullen oordelen
  6. zullen oordelen
o.v.t.t.
  1. zou oordelen
  2. zou oordelen
  3. zou oordelen
  4. zouden oordelen
  5. zouden oordelen
  6. zouden oordelen
en verder
  1. is geoordeeld
  2. zijn geoordeeld
diversen
  1. oordeel!
  2. oordeelt!
  3. geoordeeld
  4. oordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oordelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
judge rechter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administer justice een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken
judge een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken berechten; vervolgen; vonnis uitspreken; vonnissen
pass judgement een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken

Verwante woorden van "oordelen":


Wiktionary: oordelen

oordelen
verb
  1. to form an opinion, infer
  2. to arbitrate, to pass opinion on something
  3. to have as an opinion, consider, suppose
  4. to sit in judgment on, act as judge
  5. to sit in judgment on, pass sentence on

Cross Translation:
FromToVia
oordelen judge; rule; try; adjudge; adjudicate juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.

Verwante vertalingen van oordeel